Skip to main content
Kinder-EHBO bij FAF Training

Instructeurs cursus reanimatie

NRR gecertificeerde instructeurscursussen (P) BLS
In de Nederlandse wet is er als het gaat om reanimatieonderwijs niets officieel vastgelegd. Iedereen mag dus in principe reanimatiecursussen geven. Wij vinden dat dat alleen kan na het volgen van een gedegen instructeurscursus. De Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) heeft in samenwerking met de ERC (Europese Reanimatie Raad) een systeem van gecertificeerde instructeurscursussen opgezet.

Instroomeisen voor Instructeur BLS en (P)BLS
Een instructeur moet over uitstekende reanimatievaardigheden beschikken. Het geven van een perfecte demonstratie is een belangrijk onderdeel van het reanimatie onderwijs. Alle cursisten die aan de cursus beginnen moeten over een NRR-hulpverlener certificaat beschikken.
Voor cursisten die BLS-instructeur willen worden is dat een BLS-hulpverlener certificaat. Voor cursisten die PBLS-instructeur willen worden, een PBLS-hulpverlener certificaat. Wil je beide instructeurs kwalificaties behalen, dan moet je over beide (BLS en PBLS) hulpverlener certificaten beschikken.

Maak een afspraak
Invalid Input

Uw naam is niet/verkeerd ingevuld.

Uw telefoonnummer is niet/verkeerd ingevuld.

Uw Email is niet/verkeerd ingevuld.

Uw vraag is leeg

Invalid Input

Vaardigheden Instructeur (P)BLS

De instructeur (P)BLS beheerst na het afronden van de Basis Instructeur Cursus (BIC) de volgende vaardigheden:

  • Kan een BLS en/of PBLS-demonstratie geven, inclusief het gebruik van een AED (volgens de actuele richtlijnen NRR)
  • Kan actuele presentaties geven van de basiscursus basale reanimatie (BLS en/of PBLS) en de opfris- en vervolgtraining (BLS en/of PBLS)
  • Kan een lesplan voor een opfris- en vervolgtraining opstellen
  • Kan cursisten begeleiden tijdens het uitvoeren van scenario’s (uit het scenarioboek), volgens de principes van voorbereiding, uitvoering en afsluiting
  • Coachingsvaardigheden voor formatief handelen, gebruik makend van de 4 stappen instructietechniek, mastery learning en effectieve feedback geven (volgens de methodes directe feedback, Pendleton en Learning Conversation)
  • Kan reflecteren op het eigen handelen als (Kandidaat-) instructeur

Beoordeling

Deelname aan de cursus betekent niet dat elke cursist na de cursus over de vereiste vaardigheden beschikt. De Instructeur-Trainer beoordeelt gedurende de cursus continue hoe de cursisten zich ontwikkelen en stuurt waar nodig bij.

Het kan voorkomen dat een Instructeur-Trainer aan het einde van de cursus tot de conclusie komt dat een cursist nog niet over de vereiste vaardigheden beschikt. Een cursist is dan gezakt voor de cursus. In samenspraak met de Instructeur-Trainer kan gekeken worden wat de beste vervolgstap is. Opnieuw een cursus volgen of eventueel bepaalde onderdelen herkansen.

Opbouw van de Basis Instructeurs Cursus

1e cursusdag

De dag begint met het beoordelen van jouw reanimatievaardigheden. Je kunt een nagenoeg perfecte demonstratie van een reanimatie geven.

Daarna ga je, onder leiding van de Instructeur-Trainer, aan de slag met de vaardigheden die je nodig hebt om een basiscursus BLS of PBLS te geven.  Je leert het 4 stappenplan toe te passen. Waarmee je straks de cursisten de verschillende vaardigheden aanleert. En je leert op welke manier je het beste feedback geeft wanneer je een cursus verzorgt. Uit ervaring weten we dat je tijdens de cursus ook vaak “zaken” af moet leren die je in het verleden hebt geleerd.

Certificaat Kandidaat-Instructeur

Na positieve afronding van de 1e cursusdag krijg je het certificaat Kandidaat-Instructeur. Met dit certificaat mag je nog geen cursussen zelfstandig verzorgen.

1e stage

Na de 1e cursusdag beschik je over de kennis en vaardigheden om een basiscursus te verzorgen. Tijdens de 1e stage ga je een basiscursus verzorgen onder begeleiding van een instructeur. Je staat voor de groep en verzorgt de cursus. Soms doet de instructeur iets voor, maar veel belangrijker is dat je zelf training geeft aan de groep. De stageplek moet je zelf te regelen. Dit kan bij een lokale vereniging of stichting, in het ziekenhuis waar je werkt of bij een commercieel cursuscentrum.

2e cursusdag

Tijdens de 2e cursusdag ontwikkel je jouw didactische vaardigheden verder en er is tijd voor verdieping. De dag begint met een terugblik op de stage. Daarna zal het programma zich vooral richten op scenario onderwijs. Een belangrijk element uit de opfris- en vervolgtrainingen. Tussendoor is er aandacht voor verdieping in verschillende reanimatie onderwerpen.

2e stage

Na de 2e cursusdag moet je nog één keer stage lopen. Deze keer verzorg je een opfris- en vervolgtraining. Je gaat aan de slag met scenario’s en specifieke vaardigheden die in de basiscursus nog niet aan cursisten zijn geleerd. Als je de cursus en stages succesvol hebt afgerond kun je zelfstandig als Instructeur cursussen verzorgen.

 

Heb je interesse om instructeur te worden, of wil je een herhalingsles volgen om de instructeursdiploma te behouden?  Neem gerust geheel vrijblijvend contact met ons op. We helpen je graag.